Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Efraim zal tot verwoesting worden, ten dage der [25]straf; onder de stammen Israels [26]heb Ik bekend gemaakt, dat [27]gewis is. 25. Of, bestraffing, dat is, ten tijde als Ik het oordeel [waarvan boven vs.1] over hen spreken en uitvoeren zal. 26. Of, maak Ik bekend; dat is, ik voorzeg openlijk wat zeker en gewis is en zonder fout geschieden zal, opdat zij mogen weten, wanneer het geschiedt, dat Ik de Heere ben. Anders: Ik heb de trouw bekend gemaakt; dat is, mijne trouw aan Israel betoond door veelvuldige waarschuwingen van hun aanstaande verwoesting, indien zij zich niet bekeren. 27. Anders: dat zij gewis is, zij; te weten de voorzegde en gedreigde straf.